Bomenwereld.nl

 

De natuur kan men alleen overwinnen door zich ernaar te schikken. - Francis Bacon

inleiding nieuws contact links bladharken

 

 


knoteik en knotbeuk

 

Een knotboom is meestal een stam die zich op anderhalve Ć” twee meter vertakt in uitlopers die periodiek werden geoogst. Het gebruik was al bekend voor onze jaartelling. Omdat de boom na elke oogst opnieuw uit moet lopen en zich dus moet verjongen kunnen ze een ouderdom bereiken die hun ongeknotte soortgenoten nooit kunnen halen. Het knotten wordt nu eigenlijk alleen nog maar toegepast om het beeld van het Nederlands landschap te behouden. Knotwilgen zijn wel bekend maar ook de beuk, eik, es, els en haagbeuk zijn in geknotte vorm te vinden. Ik beperk me hier tot de eik en de beuk omdat ik van die soorten de meest fotogenieke exemplaren heb kunnen vinden.

 

Knoteiken

Knoteiken kom je vooral tegen op houtwallen. De houtwallen dienden als een soort afrastering. De eik leverde geriefhout op, dat is hout dat gebruikt werd op de boerderij voor zowel gereedschap, bouwmateriaal en als brandhout. Om de zoveel jaar werden er takken uitgezaagd. Tussen de eiken dienden braamstruiken of andere doornstruiken als natuurlijk prikkeldraad. Ook werden eiken geplant om zandverstuivingen tegen te gaan.  In de late middeleeuwen nam de bevolking zo sterk toe dat de boeren hele bossen kapten om maar meer grond voor hun vee te kunnen krijgen. Hele vlaktes werden kaalgevreten en de wind kreeg grip op het zand. Eeuwenlang ging dat proces door.

Tot ongeveer 1850 bestond het landschap in een groot deel van Nederland voornamelijk uit woeste gronden en essen. Bossen waren er nauwelijks meer. De woeste gronden waren heidevelden, de essen de vruchtbare akkers. Op de heide graasden de schaapskuddes. De mest uit de potstal werd verspreid over de akkers. (Kunstmest zou later dit eeuwenoude gebruik drastisch gaan veranderen). Zandverstuivingen waren de vijanden want die bredreigden de vruchtbare akkers en deden de heide verdwijnen. De wind mocht geen vat meer krijgen op het zand. De strijd tegen het zand werd aangegaan. Eerst met plaggen en takken en later door het planten van jonge eiken. Waar de eiken grip kregen op het zand ontstonden hoogteverschillen. De eiken hielden het zand vast en vingen zand op, daar naast werd het zand weggeblazen. Zo konden metershoge wallen ontstaan, zoals hier in het Rechterense veld.

 

Eiken Rechterenseveld

De geplante eiken kregen een functie erbij want er kon geld mee worden verdiend. Elke negen jaar konden de takken door eekschillers worden afgezaagd. Zij verwijderden de schors van de tak door er op te kloppen. De schors werd gebruikt in leerlooierijen omdat het schors veel tannine (looizuur) bevat. Ook het hout zelf was geld waard. Het werd vooral verkocht als brandhout voor huizen, bakkerijen en palingrokers. Het schillen van de takken kon het beste in de meimaand, omdat dan de sapstroom het sterkst is zodat de schors makkelijker van de tak geklopt kon worden. Hele gezinnen trokken het bos in met geit en een paar kippen om daar een paar weken onder zeer primitieve omstandigheden te gaan wonen en werken. De kinderen hielpen mee (totdat het verboden werd om kinderen onder de twaalf jaar te laten werken). Dit gebruik doofde uit na de eerste wereldoorlog. Door gebruik te gaan maken van andere chemicaliƫn waren de eekschillers overbodig geworden.

 

eekschillersHet was niet meer nodig om eiken te schillen. De leerlooierijen hadden iets anders bedacht en de kachels en ovens werden gevoerd met steenkool. De eiken vormden nieuwe takken die niet werden afgezaagd.

 knoteik

knoteikOngestoord konden de knoteiken hun leven vervolgen. De nieuwe scheuten groeiden uit tot dikke, zware takken. Maar daar is de boom niet op berekend. Dikke takken breken af, door de wond word de boom kwetsbaar voor zwammen en rot.
En zo verdwijnen honderd jaar na de eekschillers ook de laatste getuigen.

Knotbeuken

Het bijzondere van deze bomen is dat het geen gewone beuken zijn maar dat ze lang geleden zijn geknot. De bomen zijn een tastbaar bewijs van de boerencultuur van vroeger. De boeren zaagden toen regelmatig takken van de beuk af voor eigen gebruik. Nu wordt dat al een hele tijd niet meer gedaan, die tijd van knotten komt niet meer terug en deze bomen zijn erg kwetsbaar geworden op hun oude dag. De takken van de knotbeuk zijn na jarenlange groei zo zwaar geworden dat er niet veel meer voor nodig is om zo'n tak af te doen breken. Maar behalve de tastbare historie verdwijnt ook de bijzondere aanblik van die bomen, voor altijd. Gewone oude beuken zullen er altijd wel zijn maar deze extra fotogenieke, karakteristieke bomen zijn binnenkort allemaal verminkt of dood. Daarom voel ik mij geroepen om die bomen nog zo goed mogelijk op de foto te zetten, nu het nog kan.

 

knotbeuk               knotbeuk

 

knotbeuk      knotbeuk

 

terug naar boven

 

  Button Button Button

Auteursrecht / Copyright 2010-2017 bomenwereld.nl  - Marcel Koggel - Alle rechten voorbehouden / All Rights Reserved